|
Wat betreft BTCS kunnen we veel korter zijn. Een zeer goede organisatie waar de kinderziektes al lang uit zijn. Mooi deelnemersveld waarbij de organisatie duidelijk de kaart getrokken heeft voor diversiteit. Indien zij in de GT's niet afgeschaft hadden dan was er vandaag de dag volgens mij helemaal geen sprake meer van een Touring Cup of wat dan ook. Silhouettes konden terecht in de BTCS, toen een zeer bewuste en goede keuze volgens mij. De steun van Michelin in 2007 - 2008 en 2009 aan het kampioenschap is ook een meerwaarde voor het kampioenschap. Wat mij betreft ga je dus geen slecht woord horen over de BTCS - een sterk product dat op enkele jaren tijd mooie dingen heeft laten zien. Enig minpuntje (eigen mening): de mindere Nederlandstalige communicatie.
De DSMEC van zijn kant is nieuw en niet nieuw. Eigenlijk is het gewoon een voortzetting van de vroegere Zolder Toruing Cup, een kampioenschap dat altijd bestaan heeft en dat altijd zal blijven bestaan. Grote nieuwkomer in het verhaal is Dunlop en Motorsport Promotion. Het gekibbel over wagens en deelnemers is eigenlijk compleet overbodig. De kenners onder jullie kunnen er rustig de lijsten van 2007 bijnemen, er stonden vorig jaar op sommige momenten evenveel Porsches op de startgrid als nu. Dat het kampioenschap hoofdzakelijk uit Porsches, BMW's en Renaults bestaat klopt. Het zijn ook de 3 merken die kantklare racewagens bouwen of waar je met een beprekt budget een racewagen kan van maken. Voor en tegenstanders ga je altijd hebben, maar het verschil tussen de Belcar en de DSMEC zit hem hier. Doordat Dunlop niet meegedaan heeft aan de tender voor de BTCS en de Belcar, waren er budgetten beschikbaar. Toen Hans van de Ven mij vroeg of Dunlop interesse had heb ik beide partijen bij elkaar gebracht. Een snel rekensommetje vertelde ons dat men beter kan investeren in een kampioenschap van 45 wagens dan in één van 20, want zo lagen de kaarten november 2007. Dunlop en Hans waren van mening dat veel wagens + een goede communicatie veel meer teweeg zou kunnen brengen dan tenderen op iets waar je de uitslag niet van weet. Ik verklaar me nader. Eind december moeten de bandenconstructeurs een enveloppe indienen met daarin een bedrag om een kampioenschap te mogen servicen. Zeer moeilijke opdracht daar je niet weet hoe goed een promotor zijn best zal doen om wagens aan de start te brengen. Gokken is zeer gevaarlijk, er zijn vele factoren die je geinvesteerde bedrag kunnen boycotten. Als bandencontructeur speel je dan op safe en ga je een deal aan waar je mee de communicatie en de promotie mag doen. Faal je dan, dan heb je dat in grote mate enkel aan jezelf te danken. Ook hier weer heb je voor en tegenstanders, goede en zwakke punten, maar vooral, je bent een voedingsbodem voor de grotere kampioenschappen. Kleinere kampioenschappen zijn de perfecte leerschool voor teams en piloten die hogerop willen, en daarvoor is de DSMEC het beste geschikt. Het feit dat de DSMEC veel promotie kan maken is eenvoudig te verklaren: veel deelnemers die de tracktime dekken, Dunlop die niet heeft meegedongen naar de tender van de BTCS en de Belcar en daardoor marketingreturn kan geven naar de teams die op hun beurt eenvoudiger sponsors kunnen zoeken.
|